Het zouden zomaar goudstaafjes kunnen zijn, de verrassende Armeense kaassticks die Che Chil in Leeuwarden gaat produceren. Ondernemer Ando Arakelov viel er zelf als een blok voor en is overtuigd dat hij met deze kansrijke nieuwe snack de Europese markt kan veroveren. Al twee jaar werkt hij intensief aan de basis van zijn bedrijf, nu staat hij aan de vooravond van de productie.

Een paar dagen voor de eerste machines worden geïnstalleerd, lopen we door de productielocatie op het bedrijventerrein Hemrik in Leeuwarden. Er is hard gewerkt om het pand te laten voldoen aan de eisen voor hygiëne en voedselveiligheid. Ondernemer Ando Arakelov (28) is niet bang zijn handen uit de mouwen te steken, maar wat vooral opvalt is de energieke bevlogenheid waarmee hij over zijn bedrijf vertelt. Dit is een man die gelooft in zijn product, die bereid is risico’s te nemen om ambities waar te maken en die bovendien gretig leert van opbouwende kritiek en adviezen.

“Al tijdens mijn studie aan de hogere hotelschool van NHL Stenden was ik aan het ondernemen, maar de foodsector was nieuw voor mij”, zegt Arakelov, die na een reis de ingeving kreeg om de Armeense kaassticks in Nederland te gaan produceren. “Oorspronkelijk kom ik uit Armenië, maar we wonen sinds mijn achtste in Nederland. Pas in 2016 bezocht ik voor het eerst weer mijn geboorteland, samen met mijn broer. We proefden daar gerookte kaassticks, echt heerlijk bij een biertje. Eenmaal thuis miste ik de smakelijke stengels en dacht: die moeten we hier gaan introduceren!”

Beproefde methode
Importeren viel als optie vrij snel af, omdat de gebruikte melk in Armenië volgens Arakelov geen constante kwaliteit heeft. “Mijn oom heeft het product in zijn huidige vorm opgezet in Armenië en dat is een groot succes, maar wij zagen verbetermogelijkheden met kaas van kwaliteitsmelk. Bij de productie in Leeuwarden – in samenspel met mijn oom – gaan we werken met aanvoer van Friesland Campina, een sterke partner. Zij leveren kaas die wij volgens beproefde methode gaan roken in verschillende varianten. Met Che Chil bieden we verrassende borrelhapjes voor de horeca, maar ook een interessant product voor koks om mee te variëren.”

Hij loopt over van de ideeën, durft groot te dromen en doet al twee jaar gedegen zijn huiswerk om een stevige basis te leggen. “Iedereen die ik de sticks uit Armenië heb laten proeven, is enthousiast. Tijdens mijn onderzoek bij horeca in heel Nederland moest ik echt mijn best doen om professionals ook met kritiekpunten te laten komen. Door hun opmerkingen zijn wij uitgekomen op varianten die verschillen in vet- en zoutgehalte, zodat er voor elke smaak wat wils is. Vooral de vorm en structuur van deze gerookte kaas zijn een beleving, want de stengels moet je zelf pellen. Je trekt er als het ware slierten vanaf en dat vinden mensen heel leuk om te doen.”

Leren en bijstellen
Product en branding staan bij Arakelov voorop, maar hij kijkt bewust vanuit breed perspectief naar zijn zaak. “De foodmarkt is behoorlijk verzadigd; daar kom je niet zomaar tussen, hoe goed je snack ook is. Daarom heb ik veel energie gestoken in het opbouwen van een netwerk, het vinden van partners en het aanscherpen van mijn concept. Een introductie kun je maar één keer goed doen en daar werk ik via een stappenplan naartoe, al doende lerend en bijstellend. Met dank aan alle mensen om me heen die ook in dit product geloven en bereid bleken om te helpen. Dat geeft vertrouwen in een mooie toekomst voor Che Chil.”

“Joep de Vries van de NOM is één van de waardevolle mensen waarmee ik regelmatig heb mogen sparren”, vervolgt Arakelov. “Als projectmanager business development heeft hij een enorm netwerk. Hij heeft me in contact gebracht met mensen die me op allerlei fronten verder konden helpen, van gedegen marktkennis tot branding en financiering. Zo kon ik mijn plannen steeds verbeteren en is het uiteindelijk gelukt om het volledige startkapitaal te lenen bij de Rabobank. Het is fijn om het vertrouwen van anderen bevestigd te zien door de bank. Bovendien kunnen we nu daadwerkelijk gaan produceren en de ambities waarmaken.”

Beleving losmaken
Hij staat te trappelen. Had vooraf onderschat hoeveel tijd er in de voorbereiding gaat zitten, maar is blij dat hij niet te hard van stapel is gelopen. “Ik denk nog steeds groot, maar zeker de retailmarkt is een uitdaging. De eerste ingang zit bij de horeca en bij de kleinere speciaal-groothandels. We richten daarom boven de fabriekshal ook een ruimte in voor proeverijen, waarbij we onder andere samenwerken met Grutte Pier, een regionale brouwerij. Che Chil is een beleving, dat heb ik in Armenië ervaren en dat gaan we hier ook losmaken. Ik heb de nuchterheid van een Fries, maar óók de passie van een wereldburger. Ik weet dat het kan.”

Voorlopig houdt Arakelov het hoofd koel. Zijn oom komt over uit Armenië om de productie mee op gang te helpen, samen met drie ervaren fulltime krachten uit de foodsector. “We hebben bewust geïnvesteerd in machines die qua productie eenvoudig zijn op te schalen als de kaassticks een hype worden”, vertelt de jonge ondernemer, die alle scenario’s heeft doorgerekend. “De komende maanden staan in het teken van opstarten en testen, daarna kunnen we de markt op. Het veld is de allerbeste leerschool. Nieuwe uitdagingen komen ongetwijfeld op mijn pad, maar ik ben ervan overtuigd dat ik met Che Chil de Europese markt ga veroveren. En waar kan ik dat beter doen dan vanuit Nederland, een kaasland bij uitstek!”

 

Artikel uit magazine NOMMER (feb. 2019), tekst: Amber Boomsma

Start typing and press Enter to search

LinkedIn
LinkedIn
Share
Instagram